
De Authentieke Italiaanse Klassieker met Guanciale
Pasta alla Carbonara is voor veel mensen misschien wel het ultieme comfortfood. Maar er is een groot verschil tussen de versie die je in een restaurant krijgt en de echte, Italiaanse klassieker. Veel mensen maken carbonara met pancetta, bacon of zelfs spek, maar voor een echte authentieke smaak is er maar één juiste keuze: guanciale. Dit gezouten varkenswangspek is dé sleutel tot die rijke, nootachtige smaak die je niet kunt missen. Het heeft een vet dat zo lekker smelt en de pasta heerlijk romig maakt – zonder dat je ooit room nodig hebt!
Guanciale is niet zomaar spek; het is een ander soort vlees, met een diepe smaak die niet te vergelijken is met de vaak te zoute of rokerige bacon die je in veel recepten ziet. Het vet van guanciale heeft zo’n zachte, rijke smaak die je je gewoon niet kunt voorstellen totdat je het proeft. Je gebruikt het om de saus te maken, en dat vet zorgt ervoor dat de pasta een perfecte romige textuur krijgt. En wat misschien wel het mooiste is van deze klassieke carbonara: je hebt geen room nodig. De magie zit hem in de eenvoud van de ingrediënten.
Het belangrijkste bij een goede carbonara is de techniek. Je moet de pasta perfect koken – niet te gaar, zodat hij lekker al dente blijft. Guanciale moet krokant worden, maar niet te ver gaan. Je wilt dat het vet langzaam smelt, maar de stukjes vlees zelf moeten niet taai worden. De eieren moeten op het juiste moment worden toegevoegd: je giet ze over de pasta als de guanciale nog lekker warm is, maar je kookt ze niet direct. Dit is wat die romige saus maakt zonder dat het een scramble wordt. Een beetje Pecorino erbij, een flinke dosis versgemalen zwarte peper, en je hebt een gerecht waar je letterlijk niet op uitgekeken raakt.
Sommige mensen willen carbonara wel eens maken met pancetta, en dat kan prima, maar je mist dan toch die rijke smaak die alleen guanciale kan geven. Bacon, met zijn rokerige smaak, is niet hetzelfde. Guanciale geeft het gerecht de juiste balans tussen zout, vet en die heerlijke varkenssmaak die zo typisch is voor de Italiaanse keuken. Je krijgt gewoon dat authentieke, romige gevoel in je mond, zonder dat het zwaar of vet is.
Het fijne van carbonara is dat het gerecht zo simpel is, maar dat de smaak zo complex en vol is. Met de juiste techniek en de beste ingrediënten maak je een maaltijd die absoluut niet te overtreffen is. Dus pak je guanciale, zorg voor wat goeie pasta, en geniet van een stukje Italië in je eigen keuken.
- 200 g spaghetti of rigatoni
- 100 g guanciale in blokjes of reepjes
- 2 Eieren 1 heel ei + 1 eidooier voor de saus
- 2 extra eieren voor de zachte halve eieren
- 50 g Pecorino Romano fijn geraspt
- Versgemalen zwarte peper naar smaak
- Zout naar smaak
- Breng een pan met water aan de kook.
- Zet het vuur laag en laat de eieren precies 6 minuten zacht koken.
- Schep de eieren direct in een kom met ijswater om het kookproces te stoppen.
- Pel ze voorzichtig en zet opzij.
- Breng een grote pan met gezouten water aan de kook.
- Kook de spaghetti al dente volgens de verpakking.
- Doe de guanciale in een koude pan zonder olie en bak op middelhoog vuur tot het vet is gesmolten en de stukjes krokant zijn (ongeveer 5 minuten).
- Zet het vuur uit en laat iets afkoelen.
- Klop in een kom het hele ei en de dooier los.
- Meng de geraspte Pecorino Romano en een flinke hoeveelheid versgemalen zwarte peper erdoor.
- Giet de pasta af, maar bewaar een kopje kookvocht.
- Voeg de pasta toe aan de pan met guanciale en meng goed.
- Haal de pan van het vuur en voeg het ei-kaasmengsel toe, terwijl je snel roert om roerei te voorkomen.
- Voeg een beetje kookvocht toe tot een romige saus ontstaat.
- Verdeel de pasta over de borden.
- Snijd de zachte eieren doormidden en leg een helft bovenop elke portie.
- Bestrooi met extra Pecorino Romano en zwarte peper.
Eet smakelijk! Dit halfzachte ei voegt een extra romige touch toe.







